Snelheid in pwf-programma moet hoger
De ki-shows zijn achter de rug. In het decembernummer kon u al het verslag lezen van de presentatie door BBG. In dit nummer het vervolg met de presentaties van ki GAB en ki BBCI.
Een opvallende vaststelling: op geen van de drie shows lag het aantal bewezen fokstieren hoog. Ook in de nieuwe catalogi is het zoeken met een vergrootglas naar stieren met fokwaardecijfers. Wijlen professor Roger Hanset, de man die het ras wetenschappelijk op de kaart zette, verkondigde niet zonder enige – terechte – trots in de jaren tachtig dat het Belgisch-witblauwras het meest becijferde vleesras ter wereld was. Het lijkt mij, als men naar de ontwikkelingen in de andere vleesrassen kijkt, dat het nu het minst becijferde vleesras is geworden. Dat zet een hypotheek op het ras.
Zeker, fokkers mogen beredeneerde risico’s nemen, afgaande op het fenotype van een stier, de moederlijn en een beperkt aantal nakomelingen. Maar vermeerderaars of vleesveehouders, toch 95 procent van de bedrijven, zijn gebaat bij stieren die het cijfermatig en breed in het veld bewezen hebben. Hun inkomen moet uit de vleesproductie komen en niet uit de verkoop van fokmateriaal.
En een ras dat geen fokwaarden kan voorleggen, mist ook de trein van genoomselectie. Je moet immers de DNA-profielen van jonge stieren kunnen ‘matchen’ met het DNA-profiel van stieren met fokwaarden.
Een andere vaststelling op de drie shows was ook het gebrek aan bloedvernieuwers. De witblauwveehouders dreigen aldus opnieuw in een flessenhals terecht te komen. Ook daar kan genoomselectie een handje helpen door verbreding van het ki-aanbod via genotypering van outcross-stieren. Er moet dus dringend hoger geschakeld worden in het pwf-programma door alle ki’s.